IDENTITEIT, Professionals bekennen Kleur, Amsterdam-Rotterdam, Hollanda, 12 - 13 Mart 2013, ss.142-148
Identiteitsontwikkeling en de invloed van cultuur op communicatie
Interculturele communicatie in een samenleving met een etnische en culturele diversiteit
Algemeen
De taal - als drager en ook als vertaler van de culturele context waarin een individu opgroeit -draagt in belangrijke mate bij aan zijn of haar identiteitsontwikkeling. Dit komt primair door het socialisatieproces van een individu binnen zijn familie en/of peer group. Wanneer het een hechte groep betreft, zullen de verschillen tussen de waarden en normen van het individu versus de groep niet van grote betekenis zijn. Met andere woorden: het doen en laten en/of de mening van de meeste leden van die groep zullen een grote gelijkenis vertonen.
In een samenleving met een etnische en culturele diversiteit behoeft deze constatering echter een nuancering. Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of de taalomgeving waarin het individu opgroeit congruent is aan de taal van de samenleving waarin het kind buitenshuis participeert. Wanneer een individu voornamelijk binnen de eigen taalgroep opgroeit en weinig tot beperkte contacten heeft met de omgeving waarin andere waarden en normen worden gedeeld, wordt het individu met twee verschillende waarden- en normenstelsels geconfronteerd. Kinderen die opgroeien in een gezin zonder communicatiecultuur zijn des te meer aangewezen op hun peer group.
De vraag is dan ook hoe het individu met beide – verschillende – waarden - en normenstelsels omgaat. De innerlijke communicatie; de balans tussen de rationele en de emotionele beoordeling en afweging van de verschillende waarden en normen en het zich eigenen hiervan zal uiteindelijk het sociaal gedrag van het individu en zijn of haar participatie in de samenleving beïnvloeden. Hoe groter de afstand is tussen de eigen cultuur en de heersende cultuur van de samenleving, des te moeilijker zal het voor het individu zijn om op de juiste frequentiehoogte buiten zijn ‘eigen cultuur’ (peer group) te kunnen communiceren.
Tot slot:
Het toentertijd ingezette beleid had tot doel een proces in in gang te brengen waarin de nieuwe Nederlander met zijn emancipatieproces kon beginnen waarbij het behoud van eigen taal en cultuur geborgd was en als kracht zou kunnen worden aangewend. Nieuwe Nederlanders zouden vanuit economisch perspectief goed gebruik kunnen maken van hun meertaligheid, met dien verstande dat zij dankzij deze meertaligheid het Nederlands goed zouden kunnen beheersen. Dit zou op het gebied van identificatie en emancipatie, en ook vanuit economisch en communicatief perspectief, een positieve bijdrage kunnen leveren aan de verdere ontplooiing van die burgers (Özgüzel,1994). De identiteitsontwikkeling is echter vooral ingevuld vanuit de religieuze achtergrond. Dit leidt helaas tot de constatering dat grote groepen nieuwkomers tot op heden de aansluiting op de reguliere samenleving als groep hebben gemist.
Wij kunnen duidelijk constateren dat er duizenden nieuwkomers goed zijn geïntegreerd, maar dan eerder als individu en niet als groep. Wat rest is de vraag: wie sluit wie uit?